Artisjok in bloei

Banden van wederkerigheid …

Blog door Stella Schenke voor een inspirerende kijk op onze band met de natuur.

Banden van Wederkerigheid

Au! Weer geprikt door een brandnetel die stiekem haar takken tussen de bessenstruiken heeft doorgevlochten. Zuchtend stop ik het oogstwerk -zwarte bes en kruisbes- om met een platgedrukte zwarte bes de brandende plek op mijn huid in te wrijven. Het branden verdwijnt. Geen idee of dit een “officiële” remedie tegen brandnetelsteken is, maar ik ontdekte ooit als kind dat het werkt. Ik was in de verwilderde moestuin van mijn moeder in een brandnetelbosje gevallen en terwijl ik probeerde te bedenken wat te doen, zag in mijn nabijheid rode aalbessen hangen. Ik smeerde een bes op de beginnende bultjes en ontdekte tot mijn verbazing dat de bultjes niet verder uitgroeiden en vooral: geen pijn meer deden. Het werkte -en werkt- bij mij sneller en grondiger dan alle (kruiden)remedies die ik later leerde kennen. Ik wil nu niet op de geneeskrachtige werking van bessen bij brandnetelsteken ingaan, maar op de manier waarop deze ervaringskennis tot me kwam: via de open en onbevooroordeelde intuïtie van het spelende kind dat de natuur om hulp vroeg en de rode bes kreeg “aangereikt”. Ik voelde me thuis tussen de planten en vond het vanzelfsprekend dat de natuur mij kon beschadigen maar ook kon helpen. Er was op dat moment geen volwassene in de buurt om te vragen, er was in die tijd nog geen internet om iets op te zoeken. Er waren alleen een kind en de natuur die samen een oplossing creëerden. Ik zie dit nu als een vanzelfsprekende verwevenheid tussen mens en natuur, waarvan in het meest ideale geval iedereen profiteert.

Al sinds een aantal maanden lees ik steeds weer een stukje in het boek “Een vlecht van Heilig Gras” van Robin Wall Kimmerer. Het boek verhaalt de meanderende zoektocht van de auteur die de indigene erfenis van haar voorouders (de Potawatomi, een inheemse stam in Noord-Amerika) met haar carrière als botanicus en professor in de bosecologie in bezielde samenhang wil brengen. Het bijzondere aan het boek vond ik dat ik al lezende een glimp opving van een hele andere  belevingswereld van de aarde en natuur dan die waarin wij volwassen geworden zijn. Het was één vraag die bij mij een diepgaand bewustwordingsproces in gang zette: stel je voor dat je tuin van je houdt, wat verandert dan in jou? Dat moest even bezinken… Als ik me ervan bewust wordt dat die bessenstruiken van mij als menselijk wezen houden, kijk ik met hele andere ogen naar de bladeren, takken en bessen. Er komt acuut dankbaarheid omhoog voor de rijke oogst en de medicinale werking van bessen, bladeren en knoppen die ik dan ervaar als een geschenk van liefde. Mijn handen werken veel aandachtiger en voorzichtiger om niet onnodig te beschadigen, mijn hart voelt blij en ik ontdek de wederkerigheid als vanzelf: de plant houdt van mij en ik zorg liefdevol voor de plant. Bij de Amerikaanse oervolkeren leefde het idee dat alles bezield is, alles uitdrukking is van één grote aan alles ten grondslag liggende manifestatiekracht. Maar dat betekent ook: als je oogst, neem je leven. Sorry voor alle vegetariërs en veganisten, het houdt in dat je met jezelf in het reine moet komen met het aspect van “leven nemen”. Of je nu een dier doodt of een hele plant neemt, zoals bij prei of biet;  vruchten, zoals bij bessen of pompoenen; of zaden, zoals bij mais of zonnebloempitten, je onderbreekt de ene individuele levensstroom om een andere te voeden of te genezen. Indigene volkeren hadden (en hebben soms nog) daarop een antwoord: bewuste rituelen van dankbaarheid en respect die de wederkerigheid van de relatie mens en natuur bevestigen. Ze gaven iets van hun oogst (al dan niet in gedroogde of anderszins verwerkte vorm) terug als een symbolisch geschenk. Ze gaven met bewuste aandacht, in dankbaarheid met zang, dans of gebed. Ze luisterden naar de natuur, naar de geesten, naar de aarde en voelden zich vanzelfsprekend onderdeel van de cirkel van al het leven. Als de aarde van jou houdt, wil je haar niet beschadigen maar haar koesteren, voor haar zorgen, in het Grote en in het Kleine. Dat lijkt mij de sleutel voor échte duurzaamheid.

En wat geef ik mijn bessenstruiken? Voor hun materiele welzijn krijgen ze compost, we zorgen ervoor dat ze niet overgroeid raken door grenzeloze grassen, ik praat met de planten als ik ertussen bezig ben (jawel), zo voel ik me ingebonden in het weefsel van dit stukje natuur. En nu bedank ik de bessenstruiken voor de EHBO bij brandnetelsteken, ik bedank óók de brandnetel, die voor voedsel voor de rupsen van heel wat vlinders zorgt en mijn lichaam helpt te reinigen in het voorjaar. Ik geef wel toe dat de eerste brandnetelprik altijd weer even voor een binnensmonds gemompelde onaardigheid zorgt… ik ben nog lerende.